Maak kennis met Dirk Megens. Een bevlogen, enthousiaste docent die inmiddels alweer 15 jaar het vak rekenen geeft op het mbo. Een vak waar bij veel jongeren alarmbellen afgaan als zij alleen al het woord horen. Angst, aversie, het nut van het vak niet inzien: regelmatig krijgt Dirk hiermee te maken. Hoe zorgt hij er dan tóch voor dat hij de weerstand wegneemt en zijn studenten enthousiasmeert en motiveert? Daarover gingen we in gesprek!
Wat heeft jou gemotiveerd om rekenen te gaan onderwijzen?
“Ik vind rekenen een heel waardevol vak, waarbij je als docent echt het verschil kan maken. Voor veel studenten is het niet hun favoriete vak. En dat maakt het voor mij dan juist weer wél leuk. Het geeft mij juist energie en motivatie om de dingen die jongeren niet leuk vinden een beetje om te denken en om te buigen tot iets wat ze wél leuk vinden.”
Je geeft al een hele tijd les. Welke ontwikkeling heb je gezien op het gebied van rekenen?
“Er zijn wel wat verschillen. Vroeger was hoofdrekenen bijvoorbeeld belangrijk. Nu ligt de focus juist meer op gecijferdheid en het kunnen toepassen ervan. Om kunnen gaan met hulpmiddelen, die op de juiste manier kunnen toepassen is nu ook belangrijk. Dat in plaats van ‘droog’ sommetjes maken. Vroeger telde rekenen trouwens niet officieel mee. Nu wel. Ik merk dat dat bij studenten soms ook voor druk en stress zorgt. Ze zijn dan bang dat ze het niet halen bijvoorbeeld.”
“Vaak zeggen studenten dat ze niet kunnen rekenen of dat ze er zelfs een beetje bang voor zijn.”
Welke geluiden hoor je vaak in de klas als het over rekenen gaat?
“Vaak zie ik toch wel angst of aversie. Bijvoorbeeld “Poeh, ik kon het ook al niet op de basisschool. Op de middelbare school heb ik het niet gehad en nu moet ik het op het mbo ineens weer wel. Help!” Dat is dan nog een oude wond die ineens wordt open gehaald. Ook zie ik vaak onwetendheid terug, dat ze niet begrijpen waarom ze moeten leren rekenen. Heel veel studenten zeggen “Ja maar meneer, ik hoef nooit te rekenen”.”
Hoe ga je daar mee om?
“Ik probeer eerst de angst weg te nemen, hen gerust te stellen. Vaak is het voor hen al een hele geruststelling dat ze bij het examen de rekenkaart en rekenmachine mogen gebruiken. Ik neem ze mee in wat ze op het examen kunnen verwachten, zodat ze wat meer zelfvertrouwen krijgen. Ook probeer ik in hun belevingswereld te komen en leg ik hen uit dat ze eigenlijk al heel veel rekenen, zonder dat ze dat misschien door hebben. Klok kijken bijvoorbeeld. Of uitzoeken hoe laat je van huis weg moet om op tijd in de les te komen. “Ja maar meneer, dat is toch geen rekenen?” Nou, dat is dus eigenlijk wel gewoon een van de dingen van het rekenen wat er op het examen gevraagd wordt. Ik probeer het trouwens ook gewoon lekker luchtig te houden en de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld een nieuwsbericht, erbij te pakken.”
“Als studenten dan te laat komen in de les, dan is het natuurlijk een leuke knipoog van ‘ja, dan had je maar op tijd in de rekenles moeten komen. Dan had ik je kunnen uitleggen hoe je met rekenen ervoor kunt zorgen dat je op tijd komt.”
Wat is dan een les of thema waar studenten áltijd enthousiast over zijn?
“Meestal zijn thema’s zoals salaris, geld en kortingen populair. Daar gaan ze vaak wel van aan. Als het gaat over hun eigen portemonnee, dan gaat het over een eigen budget en eigen geld. Dan kunnen ze ineens wél rekenen met procenten en kortingen haha.”
“Rekenen kun je eigenlijk wel aan iedere opleiding ophangen. Misschien denk je bij een opleiding in de zorg of de kappersopleiding niet direct aan rekenen. Maar ook daar ben je bezig met rekenen! Als social worker moet je bijvoorbeeld kijken naar een budget of ga je een keer samen koken. Bij de kappers moet je dan weer denken aan prijzen, hoeveel klanten je kan bedienen in een uur of verhoudingen van het mengen van verf. Rekenen is overal. Zowel in beroepsspecifieke contexten als in burgerschapsspecifieke contexten.”
Welke 3 gouden tips om studenten te enthousiasmeren en motiveren heb jij voor andere rekendocenten?
“Gebruik alle hulpmiddelen die zijn toegestaan. Ik vind het zelf natuurlijk wel fijn als mijn studenten zelf weten hoe ze van kilometers naar millimeters kunnen omrekenen, maar op het examen mogen ze hulpmiddelen gebruiken. Deel dat ook met ze, help hen om ermee te werken, dat geeft hen vertrouwen.
Blijf bij de belevingswereld van de studenten. Laat ze zelf nadenken over situaties waarin ze rekenen nodig hebben. Laat ze nadenken ‘Waarmee ben ik vandaag met rekenen bezig geweest’. Dan zien ze het nut ervan in en begrijpen ze waarom rekenen nodig is.
Sta er enthousiast. Als jij enthousiast bent, dan slaat dat ook wel over op je studenten. Dan kun je ze meenemen in je verhaal en krijg je ze mee.”