Jongeren en het vak Nederlands: vaak zien zij het nut en de noodzaak er niet echt van in. Sterker nog, ze ervaren het vaak zelfs als saai. Tsja… Het is en blijft een verplicht, belangrijk vak. Maar, wat is dan een goede aanpak? Hoe krijg je studenten gemotiveerd voor dit ‘moetje’? Wij spraken Lilian Boonstra, een échte expert op het gebied van het vak Nederlands!
Hoe zag jouw loopbaan eruit? En wat heeft jou gemotiveerd om Nederlands te geven?
“Mijn loopbaan begon met een studie Nederlands en Communicatiekunde, waarna ik het bedrijfsleven in ging om iets praktisch met taal te doen. Na 25 jaar vroeg ik me af wat ik de rest van mijn carrière wilde doen en besefte ik dat er een tekort was aan docenten Nederlands. Dat vond ik schandalig, dus besloot ik er iets aan te doen en een eerste- en tweedegraads lesbevoegdheid te halen. Omdat ik uit de praktijk kwam, wilde ik juist aan mbo-studenten lesgeven. Alles wat ik deed tijdens mijn opleiding was gericht op het mbo, zodat ik écht kon begrijpen wat deze studenten nodig hebben.
Ik vind het belangrijk studenten met die taal aan de slag gaan, die ze in de praktijk nodig hebben.. Ik ben bijvoorbeeld vaak bij studenten en hun opdrachtgevers op de werkvloer gaan kijken welke taalvaardigheden ze daar nodig hebben, en pas daarna de theorie erbij halen, zodat je begrijpt hoe je ze het beste kunt inzetten. Dat maakt het vak veel relevanter en levendiger.”
“Wat mij motiveert is studenten laten ervaren hoe nuttig goede beheersing van taal is, zowel in hun opleiding als in hun werk. Als ze zien wat ze ermee kunnen bereiken, dan krijgen ze er ook plezier in.”
Welke geluiden hoor je vaak uit de klas als het over Nederlands gaat?
“Het nut van het herhalen van grammatica ziet niet iedereen in. Daarnaast gaan de zakelijke teksten van begrijpend lezen vaak over oninteressante onderwerpen en worden de leesvaardigheidtoetsen als te moeilijk ervaren. Maar het leren schrijven van een goede motivatiebrief voor een stageplek en het leren presenteren vinden studenten vaak wel nuttig.
“Tegenwoordig kun je veel teksten met behulp van AI schrijven. Bijvoorbeeld een sollicitatiebrief. AI heeft veel veranderd in hoe we omgaan met schrijven, maar juist daardoor wordt het nog belangrijker om kritisch te blijven kijken naar wat je maakt. AI kan teksten genereren, maar studenten moeten leren om die teksten goed te beoordelen. Wat is het doel van de tekst, wie is de lezer, en bereik je wat je wilt met de woorden die je kiest? Het is belangrijk om studenten te laten reflecteren op hun eigen teksten, en ze te leren hoe ze een tekst geloofwaardig en authentiek maken. AI kan misschien helpen met de basis, maar een persoonlijke, goed doordachte boodschap komt nog steeds van de schrijver zelf. Dus de nadruk in de les ligt nu meer op tekstbeoordeling: hoe leest iemand anders jouw tekst en wat maakt het effectief of juist niet?”
Welke technieken gebruik jij om het vak Nederlands interessanter te maken voor studenten die bijvoorbeeld een hekel hebben aan het vak of studenten die er juist moeite mee hebben?
“Om Nederlands interessanter te maken, probeer ik het vak niet als ‘vak’ te presenteren, maar als een gereedschapskist die je helpt om dingen voor elkaar te krijgen. Taal is iets van jezelf, en het gaat erom hoe je die zo effectief mogelijk kunt inzetten. Ik kijk daarom naar wat studenten nodig hebben in de praktijk. Zo was er eens een student die een subsidieaanvraag wilde schrijven aan de wethouder voor een project. Dat is een heel concrete en relevante vraag. We zijn samen gaan kijken hoe we die brief het beste konden schrijven, en dat maakt het ineens een stuk boeiender. Het is leuk om daar zo direct mee aan de slag te gaan. Dat vind je nergens terug in een boek. Het draait erom dat studenten de noodzaak van taal inzien door het direct toe te passen op iets wat voor hen belangrijk is.”
Wat is een les of thema waar studenten enthousiast over zijn?
“Studenten worden altijd enthousiast over lessen waarin ze spreekvaardigheid oefenen, zoals presentaties en debatten. Hoewel ze het vaak spannend vinden om voor de klas te staan, vinden ze het tegelijkertijd ook erg leuk. Met presentaties zie je dat ze er echt iets moois van proberen te maken. Ook houden ze van discussies en debatteren, omdat ze niet alleen leren hoe ze hun eigen mening goed kunnen verwoorden, maar ook hoe ze naar anderen moeten luisteren en met sterke argumenten het debat kunnen winnen. Het gevoel dat je een gesprek goed kunt voeren en zelfs kunt ‘winnen’ door sterke argumenten te gebruiken, vinden ze leuk.”
Welke tips zou jij andere docenten Nederlands op het mbo willen meegeven om hun studenten meer te enthousiasmeren voor het vak Nederlands?
“Kijk naar de stageopdrachten van je studenten. Kijk naar waar zij daar allemaal mee te maken krijgen in de praktijk. En bedenk dan welke onderdelen van Nederlands je daaraan kunt verbinden. Telefoneren of omgaan met klanten bijvoorbeeld. Stel je hebt studenten die achter een balie moeten staan. Leer hen dan hoe ze moeten omgaan met lastige vragen of met boze klanten. Leer ze omgaan met dingen die fout kunnen gaan. Dat triggert veel meer dan dat je de ‘perfecte’ brief leert schrijven.
Ook een handige tip: geef de studenten die aandacht die ze nodig hebben. Aan het begin van elk jaar vraag ik de studenten wat ze bij Nederlands willen leren. Dan leg ik op de vloer vier A4-tjes in vier kleuren: heel goed, goed, matig, slecht Ik vraag bij Lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren om in de hoek te gaan staan die bij ze past. En ik vraag aan de studenten die ergens heel goed in zijn, om die mensen die vinden dat ze er slecht in zijn willen helpen. Want spreek- en schrijfopdrachten moeten de studenten ook bij andere vakken doen. Het is dan fijn als ook buiten de lessen Nederlands om de studenten elkaar wat kunnen helpen.
Een groot deel van de studenten heeft trouwens een meertalige achtergrond, dus daar moet je je lessen wel op afstemmen. Mijn tip daarvoor is om (nieuwe) begrippen extra uit te leggen, bijvoorbeeld met behulp van foto’s of video’s. Laat de studenten komen met een woord van de week: een moeilijk woord dat ze niet kennen. Laat ze visueel zien wat het begrip voor iets is en vraag de hele groep wat ze ervan weten. Schrijf de belangrijkste zelfstandige naamwoorden en werkwoorden op het bord in een woordenwolk. Laat iedereen deze woorden overschrijven. Gebruik deze woorden daarna bij schrijfopdrachten en dictees. Zo onthouden ze het begrip makkelijker en snappen ze de context erbij beter.”
Op zoek naar handige tools rondom jouw lessen Nederlands? Check onderstaande links!